Wonen aan de Amsterdamse grachten is maar voor weinig mensen weggelegd. Een nachtje slapen in Hotel Pulitzer Amsterdam - bestaande uit 25 verschillende grachtenpanden - maakt het toch mogelijk om te ervaren hoe dat is. En dan gelijk in een super luxe omgeving, met een van de beste cocktailbars van de stad en een even zo heerlijk restaurant. Society World mocht zich voor een avondje bewoner voelen in het hart van de grachtengordel!
Duizenden fietsers, taxi’s, scooters en wandelaars razen elke dag aan dit hotel voorbij, gelegen tussen de Keizersgracht en Prinsengracht, zonder enig besef wat er allemaal achter verscholen ligt. Wij zijn blij dat we bij het inchecken een plattegrond krijgen, met daarbij een uitleg hoe het hotel ‘werkt’. Hier is iemand duidelijk afgestudeerd op de logistiek van alle gangen, liften en verschillende looproutes. Ook voor onze suite krijgen we een duidelijke instructie, moet goed komen! Met de plattegrond in de hand lopen we door de prachtige binnentuin (deels overdekt) die die schakel is tussen de panden aan beide grachten. Trapje op, trapje af, goed de bordjes volgen, lift in en hoppakee: we zijn aangekomen bij onze suite. We belanden in een appartement, direct aan de gracht. Bij het zien van ons kleine romantische balkon, met een geweldig uitzicht over de grachten, is eigenlijk alles al goed. Maar daarmee zouden we de rest van de kamer tekortdoen. Het is zeer smaakvol ingericht: overal zijn details waardoor het bijna ‘huiselijk’ aan voelt, maar wel overgoten door vijfsterren luxe. De voorkant van ons appartement is de woonkamer, aan de achterkant de slaapkamer. Daar tussenin in badkamer die iedereen graag in z’n eigen huis zou willen hebben: prachtig!
Om van al dit moois te bekomen, stevenen we af op de cocktailbar van dit hotel: Pulitzer’s Bar. Als je hiernaar binnenloopt, ben je direct al je zorgen vergeten. De bar heeft een zeer internationale uitstraling met een daarbij behorende service. De aardige jongen geeft ons een tafeltje aan het raam, zet direct wat water en bites voor ons neer en neemt onze bestelling op. Het publiek is een leuke mengelmoes van hotelgasten en lokale gasten: de bar heeft ook gewoon haar eigen ingang.
We slurpen onze cocktail op - oeps, die ging heel snel - om door te schuifelen naar de ‘buren’: restaurant Jansz. gelegen op de hoek van het hotel. Het restaurant is vernoemd naar de 17e-eeuwse ambachtsman Volkert Jansz, de oorspronkelijke bewoner van dit pand. Hij was een koperhandelaar en dat is terug te vinden in verschillende details in de inrichting.
We hebben wel trek gekregen en dat komt goed uit, want de menukaart lacht ons toe. We kunnen niet kiezen, goed teken, en dus worden we een handje geholpen door de zeer aardige ober. Het is een shared dining concept, maar wel eentje waarin de porties zodanig zijn dat je de boel niet hoeft te verdelen aan de hand van een centimeterlatje. Het is allemaal zeer gul, precies zoals Volkert Jansz graag wilde (vertelde onze ober). Het eten is om door een ringetje te halen, jammie. Een burrata zoals je ‘m nog niet vaak hebt gegeten, een crudo van zeebaars, ravioli met erwtjes, vis van de dag: alles is zeer smaakvol. De wine pairing maakt het af! We zijn blij dat we met een paar stappen ‘thuis’ zijn.
Comentários